donderdag 18 februari 2010

een druppel


Lieve lezer, het is nu donderdagavond, mijn voorlaatste dag in Lubumbashi loopt op zijn einde. Misschien stel ik u teleur, maar ik heb besloten dat dit het laatste berichtje is van de blog “gertincongo”. Hier stopt uw virtuele reis. Ik ben zo dankbaar dat u zowel via face-book als via de blog mee op reis bent geweest. Ik heb de straatkinderen over u (en u bent met zeer velen) verteld. Laat mij toe om morgen nog even “alleen” te genieten van mijn nieuwe vriendjes, we hebben nog zoveel te schilderen, te spelen, te ravotten, te plagen, te knuffelen …

Weet u, in het Westen zijn er velen die de grootste theorieën en de platste boutades gebruiken om ontwikkelingswerk te beoordelen (en bovenal om hun ogen en oren te sluiten voor schrijnende realiteiten). U en ik, wij weten intussen beter: Mutoto zorgt, koestert en helpt straatkinderen die uw kinderen, uw kleinkinderen, uw petekinderen hadden kunnen zijn.

Sommigen beweren dat ontwikkelingshulp slechts een druppel op een hete plaat is. U en ik, wij weten intussen echt wel beter. Ach, laat Mutoto inderdaad een druppel zijn, maar een druppel die emmers doet overlopen: de emmers van zorgzaamheid, solidariteit en mededogen. Laat Mutoto de druppel zijn die de emmer van de vrijgevigheid met grote golven doet overlopen.


Steun Mutoto. Geef Gentil, Sammy en onze straatvriendjes nieuwe kansen. Zorg er mee voor dat Eric en zijn hele equipe hun levenswerk kunnen verderzetten. Stort een gulle bijdrage op rekening met kenmerk 860-1017111-48; doe het vandaag nog!


De straatkids zijn u alvast dankbaar. En u en ik, we zien elkaar in België.

woensdag 17 februari 2010

hoog, Sammy, kijk omhoog, Sammy


Sammy komt elke namiddag naar de bib. Hij tekent dolgraag vogels. Wanneer ik zeg dat hij wondermooie vogels schildert, lacht hij gretig. Maman Annie, die me vandaag een beetje helpt in de de crea-hoek, vraagt of ik het verhaal van Sammy wil horen. Ik knik. "Op een dag, enkele maanden geleden, zou Sammy een onderlijfje gestolen hebben van een vriendje uit zijn klas. De ouders hebben klacht ingediend bij de directrice van de school, die ook een groottante is van Sammy. Om hem te straffen heeft de groottante een plastic zak genomen en in brand gestoken. De gloeiende plasticdruppels heeft ze op naakte lijfje van Sammy laten druppen. Na dit sadistisch ritueel werd hij voor enkele dagen in het toilet opgesloten. Sammy kon ontkomen en vond een schuilplaats en goede zorgen in Bakanja. Hoewel hij onmiddellijk een spuit gekregen heeft tegen de klem, heeft hij tetanos gekregen. Dankzij zijn ijzeren wil overleefde hij. Nu woont Sammy hier, in Bakanja-centre. Hij is de oogappel geworden van het hele Mutoto-team." Maman Annie geeft me de foto's mee die destijds werden genomen van Sammy's rug. Ik kijk maman Annie in haar zachte ogen ... het blijft heel lang stil. En ondertussen schildert Sammy vogels, wondermooie vogels.

dinsdag 16 februari 2010

op een doordeweekse dinsdag







Op een doordeweekse dinsdag mag ik gewoon gelukkig zijn, want Aristote heeft tijdens het crea-moment de 60-super-color puzzel van sneeuwwitje gelegd, want Abbel heeft als trouwe fan, zijn held Zidane geschilderd, want Kabeja heeft met veel liefde Pocahontas op het bord getekend, want Kabanja herstelt wonderwel van een angine in het dispensarium van maman Annie, want Jean, Dieudonné en Etienne leren aandachtig hun eerste zinnen Engels.
Wat hou ik van deze gasten: in hun ogen lees ik mijn dromen. Dankzij de glimlach van deze kids komt iedere dag de zon op.
ps. jullie hebben de groeten van Koen. Het lokaal waar hij les gaf, werd te klein voor het aantal studenten dat nu op 200 (sic) staat (de tamtam werkt hier letterlijk goed)
ps. mag ik even van hieruit een handkus werpen naar de verpleegsters in Reet
ps. Peter en Matti: zoals gezegd: "tussen kwart voor en kwart na"
ps. Brigitte, Belleke, Carinne, Emmanuel, Joris en de hele pintenclub, ik zal iets later zijn in de Cirio
ps. een dikke bees aan de choukes

maandag 15 februari 2010

mijnheer de gouverneur, slaap zacht











Beste lezer, u heeft zich, net als ik, waarschijnlijk al afgevraagd of de overheid van Lubumbashi iets doet voor de straatkinderen. Wel, het antwoord is ja, maar zet u schrap, het is een bloedstollend verhaal (en hier een mensonwaardige realiteit)

Net zes maand geleden heeft de gouverneur van Lubumbashi beslist om een grote groep straatkinderen op te pakken(bijna 500 kids). Ze ontsieren volgens zijne excellentie de straat. Hij heeft ze opgesloten in het centrum KASAPA, een oude legerkazerne, die hij "onthaaltehuis" doopte. Ik neem u mee.

Op enkele tientallen meters van de ingang verstomt het gesprek in de wagen. Ik zie een hoge prikkeldraad rond een troosteloos terrein. We naderen de poort; twee gewapende soldaten vragen onze identiteit, de reden van ons bezoek en dwingen ons om onze fototoestellen af te geven. Met een engelengezicht beweer ik vlotjes dat ik geen fototoestel heb. We mogen door. Het "onthaal" van dit onthaaltehuis kan tellen. Na prikkeldraad drie komen we aan aan de kantoren van de directeur. In een kaal lokaal worden we ontvangen. De directeur is om één of andere reden vereerd met ons bezoek (zijn ijdelheid verblindt hem). Hij geeft ons zelf een rondleiding. Als we ons fototoestel bovenhalen en hem vragen om hem te mogen vereeuwigen is hij opnieuw vereerd (zijn ijdelheid is echt hallucinant). We wandelen over het terrein; het is er angstaangagend stil: geen muziek, geen geroep en gekir van spelende kinderen, ... doods. Hij troont ons mee naar de slaapzaal van de kinderen (wij noemen dat varkensstallen). Zonder schaamte vertelt hij dat zijn onthaaltehuis ook een "heropvoedings- en opleidingscentrum" is. In het technisch atelier zie ik echter 20 jonge knapen staan kijken op drie plankjes en een zaag. De jongste kids krijgen volgens mijnheer gepast onderwijs. Ik zie twee droevige klasjes waar kinderen les krijgen; er zijn geen schriften, geen schrijfgerief, geen boeken en volgens één van de gasten ontbreekt de leraar ook vaak.

Dit opvangcentrum heet bij ons gevangenis. Ze zijn veroordeeld tot eenzaamheid, verstoken van elk contact met de familie of de samenleving. Hier worden kinderen sinds zes maand opgesloten als waren het misdadigers. Ze hebben geen enkel doel voor ogen, geen zicht op vrijlating. De straf lijkt levenslang. Het zijn gevangenen die slechts kunnen beschuldigd worden van straatkind zijn (en daar hebben ze verdoemme zelf niet voor gekozen).

Mijnheer de gouverneur, wat u doet is misdadig. Mag ik u beleefd herinneren aan de mensenrechten en de rechten van het kind. Laat deze kinderen vrij. Laat de mensen van Bakanja ville en Bakanja centre voor hen zorgen; laat Mutoto hen koesteren.


Mijnheer de gouverneur, slaap zacht.


(ps. ziet u de baard van Eric (foto); wel hij heeft besloten dat hij zijn baard pas zal afscheren als alle kinderen vrij zijn. Ik hoop dat hij zijn baard snel kan scheren)

zaterdag 13 februari 2010

er zijn zo van die momenten ...







We zijn vandaag met alle kids naar de ... ZOO (!) geweest, jawel de zoo van Lubumbashi. De gasten waren door het dolle heen. 's Morgensvroeg stonden ze al klaar: proper gewassen, schoonT-shirt, gewassen short en nette schoenen. Als ze op stap gaan, moeten ze er op hun paasbest uitzien, daar staan de opvoeders op. De straatkinderen keken dan ook een beetje meewarig toen ik toekwam: niet echt propere broek en sandalen (rare jongens die Mzungu's, zag je ze denken). Ongeacht mijn gebrek aan netheid, mocht ik toch mee, gelukkig maar.

De zoo was best aantrekkelijk. Hoewel niet in elke kooi een dier zat, vergaapten ze zich aan de leeuwen, struisvogels, krokodillen, apen allerhande, ... ook het waterijsje na de rondleiding was een schot in de roos.

En toch, en toch was deze dag hard om dragen. Ik heb immers vernomen dat Gentil (u weet wel, dat gastje met zijn littekens) gisterenavond met volle moed op weekend is vertrokken naar zijn ouders. Laat in de avond was hij al terug. Zijn vader heeft hem terug verstoten, zonder veel discussie, ... en met een getrokken mes. Gentil is nog net kunnen vluchten.
En toch, en toch was deze dag hard om dragen. Ziet u de foto van dat ventje met zijn hoofd tussen zijn handen. Hij is vanmorgen hier bij ons toegekomen. Toen de opvoeders zijn verhaal vertelden, brak ik. Ik zal het u besparen. Het is te gruwel voor woorden. Ik werd er kotsmisselijk van. Terwijl ik dit bericht typ, voel ik nog steeds zijn zwart handje in mijn klamme witte hand. Ik zal het nog jaren voelen.

Er zijn zo van die momenten dat je je afvraagt waarom het leven zo hard kan zijn.

vrijdag 12 februari 2010

Heiligen bestaan





Mag ik jullie voorstellen: maman Annie (71 jaar, jawel!). Haar levensverhaal draagt de titel "zorgzaamheid" en het is een boek in duizend delen. Al heel haar leven wou ze naar Afrika, maar het leven stelde haar geduld op de proef. Net toen ze haar ouders wilde vertellen dat ze naar Congo wou, deelde haar zus hen mee dat ze definitief naar Rwanda vertrok. Annie durfde haar ouders niet alleen laten en borg haar droom op. Toen haar vader stierf, voelde ze eens te meer de plicht om voor haar moeder te zorgen. Haar Afrikaanse droom geraakte helemaal op de achtergrond.

Haar moeder stief vele jaren geleden. Net op dat moment was Eric in België. Eerder toevallig ontmoetten ze elkaar in België. Annie, ondertussen gepensioneerde verpleegster, zag haar kans schoon en vroeg Eric of ze zich hier in Lubumbashi mocht inzetten voor de straatkinderen. Ze woont intussen 5 jaar in Bakanja-centre.

Hoewel ik weet dat ik haar te kort doe, zal ik trachten te beschrijven wat ze allemaal doet voor haar "straatkleinkinderen". Ze is natuurlijk verpleegster, maar ook verantwoordelijke voor de dispensair. Ze is ook apothekeres en ... naaister; ze herstelt de kleren van de jongens: een knop aannaaien, een broek inleggen, een scheur toenaaien, ... allemaal taken van maman Annie. En er is nog meer: ze doet de was van de kleintjes. Normaal gezien moeten de kids zelf hun kleren wassen, maar de kleintjes worden ontzien; ze heeft zich dankzij een gulle sponser een wasmachine aangeschaft en die draait op volle toeren. "De kleintjes kunnen nog niet hard "frotten" en spoelen", zegt ze me.

Buiten op het bankje zitten twee patiënten klaar. Richard heeft "une douleur insupportable". Na grondig onderzoek blijken zijn ogen niet echt ziek te zijn. De druppeltjes in zijn ogen, maar vooral den babbel met maman Annie doen wonderen: la douleur insupportable is na enkele minuten volledig verdwenen. Je zou voor minder in wonderen geloven.

"Ze zijn soms een beetje "kleinzerig" en ze geloven in pilletjes, druppeltjes en zalfkes", fluistert ze, "maar ach, zolang ik voor hen kan zorgen, heeft het leven zin."

Ik voel me plots een ietsiepietsie ziek: een beetje hoofdpijn, een tikkeltje maagpijn ... maman Annie gelooft er niks van. Ze weet dat ik wil genieten van haar zorgzaamheid.

donderdag 11 februari 2010

Donatien est de retour




Het wordt een lange dag. Opvoeder Urbain en ik gaan Donatien, 12 jaar, trachten terug te brengen naar zijn familie in Likasi, 120 kilometer hier vandaan (2 x 2,5 uur rijden). Sinds één jaar woont hij in het centrum en hij heeft besloten terug naar huis te gaan. In zijn nieuwe T-shirt, toffe short en nieuwe schoenen ziet hij er prima uit. Maman Annie heeft zijn rugzak volgepropt; ze heeft er zelfs een opblaasbare bal ingestoken op thuis te spelen.

Als sardientjes in een doosje vertrekken we. Een deel van de weg is geasfalteerd, het andere deel is vol putten. We schudden heen en weer. Ook mijn gedachten maken sprongetjes. Hoe komt het dat Donatien een straatkind werd? Welke gevaren heeft hij destijds doorstaan op weg naar Lubumbashi? Welke "levensbeslissingen" heeft hij genomen? Ik tracht me zijn leven voor te stellen naar Belgische normen: een kind vertrekt vanuit Oostende naar Brussel, of van Brussel naar Luik, op zijn eentje, een nieuwe toekomst tegemoet. Hoe komt het dat niemand hem heeft aangesproken en heeft opgevangen? En nu, zal hij zijn vriendjes in Bakanja missen? Heeft hij angst, angst om thuis niet aanvaard te worden? Wat gaat er om in dit kleine zwarte hoofdje? Ik zou zijn gedachten willen lezen en hem troosten waar nodig.

Na de busreis moeten we nog een heel eind stappen. "Donatien" roept plots iemand. "Donatien est de retour" roept een ander. Donatien is best populair in zijn geboortewijk. Al snel vinden we zijn grootmoeder. Ze is blij dat ze haar Donatien terug ziet (denk nu niet dat ze elkaar in de armen vliegen; zwarten zijn heel geserveerd in hun emoties). Urbain moet zijn beste overtuiginskracht niet boven halen: Donatien mag bij zijn oma blijven.

Het levensverhaal van Donatien is als volgt: hij woonde heel zijn leven bij zijn oma. Hij werkte voor zijn tante. Zijn job was het verkopen van plastic zakken op de markt. Toen de verkoop daalde - het is ook wel mogelijk dat hij de dagopbrengst in eigen zak had gestoken (kinderen zijn kinderen) - heeft zijn tante hem het dorp uitgestuurd. Oma heeft hem nog gezocht in de intussen gesloten mijnen van Likasi, een plaats waar wel meer straatkideren en vagebonden zich schuil houden, doch tevergeefs, Donatien was op weg naar Lubumbashi: een nieuwe toekomst tegemoet. (Ik tracht de vraag of een kind niet meer waard is dan een handvol plastic zakken te onderdrukken.)
We vertrekken terug naar Lubumbashi. Ik kijk nog eenmaal om; Donatien niet. Hij heeft zijn oude leventje terug hervat en toont zijn oma fier de inhoud van zijn rugzak. Urbain en ik kruipen terug in een minibusje. Het is een vermoeiende terugreis. Het is stikheet. Kan trouwens iemand de chauffeur duidelijk maken dat zijn radio veel te luid staat. Ik word gek van het gejengel.
--------------------------
PS1: beste Mireille( mevrouw Francq, mijnen grote baas bij de Gewestelijke OntwikkelingsMaatschappij Brussel. Ik heb hier in Lubumbashi eens rondgekeken. Er zijn hier veel parcelen om GOMB-appartementen te bouwen en ook aan industrieterreinen geen gebrek. Ik heb hier intussen een bijhuis opgericht. Het heet niet geheel onverwacht SDRL-GOML. U zal begrijpen dat ik pas in 2011 terug op kantoor kan zijn ;-)
-------------------------
PS2: Carlos, Yves, Pol, Patrick, Louis en Carlos, het is donderdagavond, dus ik stel voor dat we pinten gaan drinken, hier in Lubumbashi, in café Westcoast, links van de Procure. Patrick, tracht je voor één keer op tijd te zijn, en ja, je kan je auto voor de deur kwijt.

woensdag 10 februari 2010

woensdag crea-dag

Toen ik toekwam aan de bib stonden de gasten al te wachten. "Gérard est en retard" wist Bruno(en hij had gelijk). De boeken gingen gretig van de hand, maar ik wilde vandaag twee jokers inzetten. Mijn eerste joker was het schilder- en tekenmateriaal dat ik vanuit België had meegebracht (in naam van alle straatskids: dank aan de sponsers !). Al snel werden de boeken aan de kant gelegd. Met artistieke overgave stortten ze zich op de plaakkaatverf en de penselen. Ze schilderden huizen en auto's, fietsen en de natuur. PRACHTIG.

Nadat ze uitgeschilderd waren, was het tijd voor mijn tweede joker. Dankzij juffrouw Leen (uit de Gemeenteschool van Bonheiden) kon ik als uit het niets tientallen "supercoole" spelletjes uit mijn mouw schudden (Juffrouw Leen had, net voor ik vertrok, haar lesvoorbereidingen en spelletjesfiches gecopieerd; MERCI juffrouw Leen). We speelden "dikke Bertha", "Chinese voetbal", "tikkertje slinger", ... en het hele hoofdstuk loop-, tik- en balspelen. (noot: de foto bovenaan is de beste "dikke Bertha" van Lubumbashi).

Op het eind van de dag kwam ik bekaf thuis (Betty, Vincent, Jan, Anco en Sandra, ik doe hier misschien niet aan fitness, maar een hele dag met die straatkids rondcrossen, mag je best tot topsport rekenen).

's Avonds aan tafel zie ik Koen, net terug van een intensieve dag lesgeven. Hij vertelt mij dat hij de "compensatoire mechanisme bij cardiale insufficiëntie" (of zoiets) heeft uitgelegd aan een 70-tal dokters (Axel, ik hoop dat hij het goed heeft gedaan, anders moet jij maar terugkomen naar Lubumbashi, veel groetjes !!!!!).

-----------------------
ps. morgen ga ik naar Likasi, 120 kilometer hiervandaan. We gaan trachten één van onze straatkinderen terug naar huis te brengen - hopelijk aanvaarden zijn ouders hem. Ik hou jullie op de hoogte.

dinsdag 9 februari 2010

iemand zin in rupsen?


Op 24 uur kan er veel veranderen. Ik heet niet langer "Gert", maar "Gérard", immers "Gert" bekt niet goed in het Swahili (en ook niet in het Frans). De straatkinderen vinden Gert trouwens ook niet echt een mooie naam; Gérard vinden ze tof en cool ... dus "Gérard" zal het zijn!

Op 24 uur kan er heel wat veranderen: u mag me feliciteren met mijn twee nieuwe jobs: ik ben enerzijds assistent-aankoper (rechterhand van Innocent) en anderzijds assistent-bibliothecaris (geef toe, niet slecht, hé).

Als assistent-aankoper (dinsdag is het aankoopdag) ben ik vanmorgen met Innocent naar de markt getrokken. De markt is een hutsepot van kleuren en geuren. Koopwaar wordt uitbundig aangeprezen; er wordt gekeurd, gewikt en gewogen; er wordt afgedongen en gekocht; er wordt ingeladen en uitgeladen ... de mensen worden een krioelende massa en het verkeer loopt helemaal vast. Ik loop achter Innocent aan. Overal hoor ik "Mzungu", "Mzungu" (het betekent zoveel als "witte"). Innocent weet wat hij nodig heeft om de hongerige magen van straatkids te vullen. Als we de markt verlaten draag ik 2 plastiek zakken met gedroogde vis, 1 zak met gegrilde rupsen, een zak met groene stengels die lijken op selders, en een zak met "dinges" (ik durf als beginnend assistent niet goed vragen wat het is).

In de namiddag ga ik naar de bib in Bakanja centre. De straatkinderen lenen er boeken uit die ze ter plaatse lezen. Als assistent van Hélène vul ik de uitleenfiches in, zoek de boeken die de gasten vragen (de leerboeken Frans en Swahili zijn erg in trek alsook de boeken met geïllustreerde verhalen). De "leeszaal" (zie foto) zit goed vol. Als ook ik een boek neem, komen ze rond me zitten: ik moet voorlezen. Ze zijn aandachtig en stil. Ik geef het boek door en elk kind leest een stukje voor (ze doen hun uiterste best om die nieuwe "Mzungu" te overtuigen van hun leeskunde). Ze lezen best vlot. Het is reuze vast te stellen dat deze straatkinderen (kunnen) lezen, vrijwillig naar de bib komen en leergierig zijn. (chapeau).

Ik heb vandaag een leuke dag gehad, ik hoop hetzelfde voor jullie in het verre, koude ;-) Mzunguland.
-----------
PS. Jeroen en Sarah, jullie hebben veel groeten van Eric en maman Annie, en van zovelen dat ik begot de namen niet kan onthouden.

maandag 8 februari 2010





Het is vandaag mijn eerste “werkdag”. Ik ga samen met Urbain, de sociaal assistent van Bakanja ville, de familie van Gentil (zie foto) bezoeken. Urbain wil trachten de stiefmama en de papa van Gentil, die sinds jaren op de straat leeft, te overtuigen om hem terug op te nemen in het gezin. We stappen met z’n drietjes tot aan de bushalte en kruipen in een Toyota-mini-busje. De mini-bus kruipt over de rode wegen die door de tropische regen van gisterenavond in slijkpistes zijn veranderd. Het busje schudt en kreunt zich, met 31 passagiers (hoewel, Gentil telt maar voor een halfje) aan boord, tot in de verre buitenwijk waar de ouders van Gentil wonen. Plots valt mijn oog op de polsen van Gentil die getekend zijn door gruwelijke littekens. Als hij merkt dat ik zijn littekens heb gezien, kijkt hij me vanonder zijn zwart gekrulde wimpers ongemakkelijk aan. Hoewel ik er niet echt naar vraag, komt het verhaal van zijn leven (en zijn littekens) er hortend uit. Zijn mama, de eerste vrouw van zijn papa, werd enkele jaren geleden blind. Ze gaf Gentil de schuld van haar blindheid: hij was een tovenaar, een behekst kind. Als straf voor zijn “donker oog”, voor zijn ”hekserij” heeft zijn moeder, die intussen overleden is, plastieken zakken rond zijn polsen gebonden en in brand gestoken. Verbrand en verminkt werd hij de straat op gestuurd.

In bakanja Ville vond hij een nieuwe thuis.

Ik word duizelig in mijn hoofd, misselijk en opstandig. Terwijl ik heel voorzichtig met mijn vinger over Gentils littekens wrijf, doe ik alsof ik begrijpend knik, alsof ik dit alles snap (maar ik begrijp er niets van verdomme, hoe kan nu een kind van nog geen meter hoog de schuld krijgen van één of andere oogziekte; welk onmens doet zo’n kind dit aan … is dit het resultaat van het Afrikaanse bijgeloof?)

We komen aan bij de familie. Na een uur of twee discussie, waarbij Urbain zijn beste redenaarstalent bovenhaalt, ontdooit de sfeer. De broertjes en zussen van Gentil schuiven dichter; de stiefmama haalt water en koek; de eerste blikken van verstandhouding worden uitgewisseld. Er wordt besloten dat Gentil in de weekends en tijdens de vakantie mag komen logeren.

We keren terug. Urbain heeft op één of andere manier kunnen bewijzen dat Gentil geen tovenaar is, dat hij niet behekst is. Hoewel Urbain beseft dat er nog werk aan de winkel is, hoopt hij dat Gentil binnenkort terug naar huis kan. Ik ben Mutoto en “ les Oeuvres de maman Margeritte” dankbaar dat ze Gentil destijds hebben opgevangen; dat ze hem hebben verzorgd en hem nu trachten een nieuwe toekomst te geven (hij loopt intussen ook school in Bakanja Centre en krijgt de kans om later landbouwer te worden – zijn ultieme droom).

Waarom overvalt mij de drang om ons Elke (het dochterje van mijn broer en schoonzus), ons Nicky (mijn petekindje) en ons Kim (mijn oudste nichtje) te knuffelen.

------------------------------------------------------------------

PS. beste lezer, mag ik u een gunst vragen: ik heb aan Gentil beloofd om zijn verhaal in België te vertellen, mag ik u reeds vragen daarmee te starten en zijn verhaal door te vertellen, te mailen, te sturen, ...

zondag 7 februari 2010

kinderen opvangen is niet vrijblijvend


Voor ik morgen aan de slag ga, krijg ik van mijn nieuwe leermeester Eric een uitgebreide toelichting over hoe ze hier te werk gaan. “Het lot van straatkinderen een nieuwe wending geven” doen ze hier niet visieloos of vrijblijvend: een doordacht engagement en een goede organisatie staan centraal.



Eric legt me uit dat er in Lubumbashi meer dan 2.000 kinderen VAN de straat leven en dat er een 700-tal OP straat leven. Sommigen van hen zijn kleine boefjes of drugverslaafd, anderen zijn handige Harry’s die met kleine jobs (auto’s bewaken, boodschappen dragen, vrachtwagens laden, schoenpoetsen, …) hun brood verdienen. Eén dingen hebben ze gemeen: ze leven aan de rand van de samenleving, zonder gezin of familiaal nest, zonder structuur … ze leven van wat de straat hen elke dag biedt.



Om deze deze gasten (tussen 6 en 18 jaar)op te vangen is er het vluchthuis “Bakanja ville”.Dit opvanghuis heeft geen drempel; de kinderen vinden er geen wijzend vingertje, maar een begrijpende toehoorder. Ze kunnen er hun verhaal kwijt, ze worden er aangemoedigd om hun eigen leven in handen te nemen, om keuzes te maken. De terugkeer naar de familie en naar vaste structuren staan centraal. “We dwingen niet,” onderlijnt Eric, “ze moeten zelf de wil en de motivatie hebben om hun leven een nieuwe dynamiek te geven. We willen enkel de weg wijzen.”



Voor de jongeren die door hun familie verstoten blijven, is er “Bakanja centre”. Hoewel de terugkeer naar de familie de uiteindelijke doelstelling blijft, nemen de opvoeders en de leraars de ouderlijke zorgen op zich. De kinderen lopen er school, krijgen er eten en drinken, een slaapplaats en warme zorgen. Als ze dat wensen, kunnen ze ook een beroep aanleren (landbouwer, schoenmaker, schrijnwerker, ..)



Als ik Eric vraag hoe hij dit (soms moeizame) werk volhoudt, gaf hij het volgende verhaal als antwoord: “enkele maanden geleden kwam een jonge gast zijn eerste loon afgeven aan de pastoor van een kerk in de buurt, voor de straatkinderen. Hij zei de pastoor dat hij een nieuwe toekomst had gekregen via Bakanja Ville en Bakanja centre. Hij gaf het uit dankbaarheid, maar ook omdat hij weet dat de hulp die ze hier geven nooit mag stoppen.” Als antwoord kon dat tellen.



zaterdag 6 februari 2010

thuiskomen

Al vanaf de eerste voet op Congolese bodem heb ik het gevoel van "thuis komen". Dit land bekoort me, elke keer weer. Een aangename 26° omarmt ons, de bomen dragen groene kruinen en de dieprode aarde en de zomerse zon roepen het uit: wees welkom.

In de aankomsthal van de luchthaven worden we opgewacht door de chauffeur die ons naar het centrum zal rijden; de controle van de bagage en de visa gebeurt vlekkeloos: wat een luxe.

In de Procure, onze slaapplaats voor de komende 15 dagen, begroet Eric ons hartelijk en voor we het goed en wel beseffen neemt hij ons mee naar een "oud koloniaal-piloot" en zijn gastvrije vrouw voor een welkomstdrink. De oud-koloniaal vertelt ons over de heroïsche vluchten die hij vroeger ondernam, over hoe Lubumbashi was in de glorietijd, over de onlusten en de oorlogen die Congo en haar bevolking geteisterd hebben, over de bewogen geschiedenis van de Belgische coöperatie in Congo... Congo is het land van boeiende ontmoetingen en van de "simba-pinten" (goed lokaal bier).

Een onweer beëindigt de gesprekken. Het wordt laat. Ik ben nu 28 uur wakker en snak naar slaap ...

Tot snel

vrijdag 5 februari 2010

een beetje schoolreis

Herinnert u zich dat gevoel van toen je als klein kind voor de eerste keer mee mocht op schoolreis? Je komt bedeesd aan op de speelplaats waar de grote jongens van de hogere klassen stoer plannen maken. De veel te grote reisbus staat gevaarlijk te ronken. De bestemming “het verdronken land van Saefthinge”, “het hellend vlak van Ronquières” of “het Zwin” klinken als verre, gevaarlijke landen. Je hoopt dat “dikke Francky” van de vijfde klas je boterhammen, en het snoep dat je onderaan in je rugzakje hebt verstopt, niet afpakt en opeet.

Wel, zo voel ik me nu. Hoewel het niet de eerste keer is dat ik naar Congo reis, ben ik gespannen en imiteert mijn hart de opgewonden ritmes van de tamtam bij een rituele dans. Het “rugzakje-voor-op-schoolreis” van zoveel jaren gelden is vervangen door een menhir van een rugzak. Naast wat kleren, hebben we 21 kilo medicamenten bij en 12 kilo speel- en schoolmateriaal (waaronder 12 voetballen, 350 balpennen, 200 potloden, gommen en slijpers, 15 dozen plakkaatverf, 11 dozen kleurpotloden, penselen, schrijf- en tekenpapier, …) En voor Eric, dé bezieler van Bakanja Ville, Bakanja Centre en de andere opvangcentra voor straatkinderen in Lubumbashi heb ik een kleine verrassing bij: Belgische chocolade en kaas. Ik wil mijn gastheer goed stemmen van zodra ik aankom. Ik hoop maar dat er geen “dikke Francky” op het vliegtuig zit die dit lekkers zal afpakken en opeten.

We checken in, we zullen 18 uur onder weg zijn: Brussel - Addis Abeba - Lubumbashi (en veel uren wachten er tussen in)

Lubumbashi … we komen eraan.
---------------------------------
vzw Mutoto, www.mutoto.be 860-1017111-48